Onze school wil de eigenheid van elk kind respecteren.
Daarom omringen we hen met een zo breed mogelijke zorg waar nodig.
Die brede zorg op school werkt op drie niveaus:
algemene zorg
extra zorg
specifieke zorg
1. De algemene zorg:
Zorg voor alle leerlingen gebeurt in elke klas.
Daar is de klasleerkracht de spilfiguur in de zorgwerking.
Hij /zij observeert, begeleidt en biedt eerste hulp in de klas.
Er wordt aandacht besteed aan de leerinhouden én aan ieders sociaal-emotionele ontwikkeling.
Er wordt vaak gedifferentieerd zodat ieder kind op zijn eigen niveau kan werken.
Deze vorm van onderwijs vinden we niet alleen terug in de vakken zoals Wiskunde of Taal.
Ook in het hoekenwerk kunnen heel wat differentiatieoefeningen aan bod komen.
2. De extra zorg:
Soms blijkt de zorg binnen de klas onvoldoende om bepaalde moeilijkheden op te vangen.
De klasleerkracht kan dan beroep doen op de zorgleerkracht.
Deze gaat individueel of met kleine groepjes leerlingen aan de slag.
Als deze intensieve manier van werken niet het verhoopte resultaat oplevert, dan bespreken we alles op het leerlingenoverleg.
Dat is een tweewekelijks overleg in de school met de leerkrachten, zorgleerkracht, zorgcoördinator, het CLB en de directie.
De zorgcoördinator is de brugfiguur tussen de school en alle externe ondersteuning.
Zie ook verder onder 3.
Op het leerling overleg signaleert de klasleerkracht wat haar/zijn bezorgdheid rond de evolutie van het kind is.
Samen zoeken we dan naar mogelijkheden om elk kind zo goed mogelijk verder te helpen.
Dit kan gaan van een concretere aanpak van leerinhouden tot het voorstellen van een intelligentie-onderzoek of een aandachts-en concentratieonderzoek.
De ouders worden hiervan op de hoogte gebracht en zij moeten ten allen tijde akkoord gaan met dit voorstel.
Vaak zien we dat ouders op de uitnodiging ingaan om zelf contact op te nemen met het CLB wat vaak verhelderend kan werken.
Afspraken met het CLB zijn kosteloos en hebben als doel om met alle partijen te zoeken naar een zo goed mogelijke opvang of werkwijze bij problemen.
3. De specifieke zorg:
Sommige bijzondere zorgvragen kan de school niet alleen beantwoorden.
Dan doen we beroep op externen om het kind zo goed mogelijk te ondersteunen.
Er zijn verschillende externe deskundigen mogelijk:
- een logopedist(e) kan kinderen ondersteunen bij een te grote leerachterstand of wanneer een stoornis aan de oorzaak ligt van het onvoldoende presteren.
- een kinesist(e) kan voor kinderen die motorisch nog niet helemaal mee zijn een aangepaste therapie voorstellen.
- een GON-leerkracht begeleidt kinderen met speciale noden, vb. bij autisme of bij een fysieke handicap.
Hij/zij ondersteunt op regelmatige basis de school en de leerling in het leerproces.
Samenwerking met de ouders:
We willen ouders zoveel mogelijk betrekken bij het onderwijsleerproces van hun kind en dit liefst vanaf het begin.
Ze zijn een onmisbare schakel om dit zo goed mogelijk te laten verlopen.
Zij kennen hun kinderen het best en beschikken vaak over belangrijke informatie die de school nodig hebben om hun kind zo goed mogelijk te begeleiden.
Wij, leerkrachten, geven onderwijs maar ouders staan mee in voor de opvoeding van hun kind.
Erg belangrijk is de interesse die ouders kunnen tonen wanneer de kinderen ’s avonds van school thuiskomen met een boekentas vol ervaringen en verhalen.
Luister naar hen, maak tijd, ga samen aan de slag met taken, zorg voor een goede opvolging…
Dit kan in heel eenvoudige dingen merkbaar zijn vb. het dagelijks controleren van de schoolagenda.
We hechten dan ook veel belang aan de betrokkenheid van de ouders en we streven naar een open communicatie.